Het Hooglied van Salomo

  • Waarom zegt de Sulammith dat zij zwart is als de tenten van Kedar?
  • Wat wordt volgens de schrijver aangeduid met ‘de mond van de Heer’?
  • Wanneer heb je een zekere mate van heiligheid bereikt (vers 6)?
  • Waarom wil de Sulammith niet gesluierd zijn (vs.7)?
  • Waarom heeft Gods volk een Engedi nodig?
  • Wat is de betekenis van de bomen in vers 17?
  • Wie is het ‘zichtbare hoofd’ (vers 2)?
  • Waarom zijn de gaven alleen voor het uitverkoren volk (vers 2)?
  • Behoren de niet-uitverkorenen tot de geestelijke Egyptenaren (vers 2)?
  • De maagden verlangen om voedsters te zijn. Verlangen zij niet om bij de bruid te horen?
    Waarom verlangen zij wel om voedsters te zijn? Voedsters van wie? Waarmee willen zij zich voeden (vers 4)?
  • Waarvan zijn de roos en de lelie de beelden?
  • Wat maakt harten koud (vs. 10)? En wat juist warm?
  • Is uw kerkafdeling als de gemeente van 20 eeuwen terug? Waarom?
  • Waarom wordt de Sulammith in het wijnhuis gevoerd?
  • Waarom van zijn de rechter- en linkerhand van de Bruidegom de beelden?
  • Wat zijn ‘heilsgoederen’ (vers 1)?
  • Waarom zijn levende apostelen en profeten nodig?
  • Hoe kwam het dat de Sulammith de Bruidegom niet vond?
  • Wie zijn de dochters van Jeruzalem?
  • Wat is de betekenis van de metalen zilver en goud?
  • Is met het verliezen van de gevonden geliefde Openb. 2:4 – eerste gemeente – en Openb. 3:15 – laatste gemeente – bedoeld (inl. hoofdstuk 3)?
  • Welk recht heeft de Heer op Zijn bruidskinderen (vers 1)?
  • Hoe kan in Hooglied 4:7 gezegd worden dat er geen gebrek is aan de Sulammith?
  • Waarom prijst de Bruidegom het haar en de slaap van de Sulammith?
  • Wat zijn de betekenissen van de vier rivieren in het paradijs?
  • Waar staat het getal zeven voor?
  • En waarom de slaap?
  • Waarom proeft de Bruidegom bitterheid bij het betreden van de hof?
  • Hoe kon de Sulammith in slaap vallen?
  • Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste?’ Kunt u deze vraag beantwoorden?
  • Waarom is de bruid wit als de Libanon?
  • Wat zou er bedoeld worden ‘met die heerlijkheid’ (vers 3)?
  • ‘Hij is met ons al de dagen maar is ook werkzaam bij de reeds ontslapenen, opdat de vereniging kan geschieden,’ lezen we bij vers 2. Waar staat in het Nieuwe Testament dat Christus ook al werkzaam was in het dodenrijk?
  • In vers 13 lezen we over twee heiren. Waaruit bestaan zij?
  • Waarom wordt de stad Thirza genoemd?
  • Wie behoren tot de zestig koninginnen enz.?
  • Waarom is de Bruidegom tot de notenhof ingegaan?
  • Waarom wil de bruid naar het veld?
  • ‘De dochters van Jeruzalem zullen als een andere Elísa de Geest van de Here Jezus ontvangen.’ Wat betekent deze zin?
  • ‘De omdraaiingen uwer heupen’ wordt verklaard als evangelistenwerk. Legt u uit.
  • Wat betekent dat de hals als een elpenbenen toren is?
  • Welke eigenschappen heeft de palm, waardoor de bruid als een palmboom kan worden voorgesteld?
  • Wie behoren tot de bruid van Christus? Waarom?
  • Wat verstaan we onder de Heilige Verzegeling (zie o.a. Efe. 1:13 14)?
  • ‘Kom haastelijk, mijn Liefste.’ Dit is de maranatha-boodschap. Wat verstaan we hieronder?
  • Wat is de verwachting voor het Joodse volk?
  • Wie is de kleine zuster in Hgl.8:8?